vrijdag 17 april 2009

Column 8: Angstzweet in de bilnaad

Het zijn de eenvoudige dingen die het leven aangenaam maken, en dat besef je je pas als je ze niet meer hebt. Neem nou een Rotterdams fietspad. Fietspad? Jazeker. Stel je een stad voor zonder fietspaden, waar de gemiddelde doorgaande weg al snel vier tot zes banen breed is, waar de auto minimaal het formaat SUV heeft en waar ongemotoriseerd verkeer, zoals de fietser of de voetganger, compleet rechtenloos onderaan de verkeersvoedselketen bungelt. Welkom in Shanghai! De tijden dat de Chinezen massaal per degelijk Mao-rijwiel van A naar B peddelden, zijn stoffige geschiedenis. Binnenkort start er dan wel een proef met gratis witte leenfietsen, maar voorlopig is de automobiel heer en meester op de openbare weg en daar moet alles voor wijken. Als je ook maar iets te besteden hebt, heb je motorisch aangedreven vervoer, al is het maar een snorfiets. Fietsen is voor de armen. Of voor die maffe expats. Voordat wij naar Shanghai vertrokken, had ik geinvesteerd in een glimmende Sparta Mama-fiets, zo een met een kinderzitje voor en achter, een lage instap en een rekje voor de buggy. Een soort vrachtwagen op twee wielen zeg maar. Eenmaal hier vond ik het doodeng om per fiets ergens heen te gaan, dus een smoesje was snel bedacht; de kleine is er nog niet aan toe, het regent, wat een storm vandaag.... en de Sparta verdween langzaam maar zeker onder een dikke laag stof. Vorige week moest mijn dochterje voor een inenting en de kliniek is net te ver om te lopen, maar eigenlijk te dichtbij om een taxi te pakken. Het was droog, windstil en het was geen spitsuur, dus de eerste fietstocht moest er maar eens van komen. Bovendien was ik op weg naar een kliniek, dus als het mis mocht gaan, zaten we in ieder geval op de goede route. Met het angstzweet in de bilnaad en een lichtvochtige bovenlip, stortte ik me met de helft van mijn kostbaarste bezit voorin het kinderzitje in de verkeersjungle van Shanghai. Mijn dochter vond het fantastisch en bij iedere meter die we zonder piepende remmen aflegden, ontspande ik een beetje. Tijdens de terugreis viel me pas op dat auto’s vaart minderden als ze me passeerden. Diverse keren stak er iemand zijn hoofd uit het raampje om breed lachend mijn bolide te bewonderen. Zo’n fiets hadden ze nog nooit gezien! Duimen gingen omhoog en we kregen zelfs af en toe voorrang. Handig hoor zo’n Hollandse fiets, maar ik zou toch liever de Rotterdamse fietspaden hier hebben.

Geen opmerkingen: